Van de chabichou du Poitou, een kaasje met een AOC en een AOP, wordt voor het eerst melding gemaakt in 1872. Zijn naam heeft dezelfde oorsprong als de beroemde cabecou, uit het occitaans. Om te voldoen aan de eisen van zijn keurmerk moet dit kaasje geproduceerd worden in de Haut-Poitou, dat wil zeggen, ten zuiden van Vienne, in de Deux-Sèvres en ten noorden van Charente. Daarbij moet de geit, waarvan de melk gebruikt wordt om het kaasje te maken, opgegroeid zijn in de Poitou.
De chabichou du Poitou, gemaakt van geitenmelk, met witte, zachte binnenkant en natuurlijke korst, is het lekkerst tussen april en augustus, na een rijptijd van ten minste 10 tot 20 dagen. Zijn geitengeur gaat perfect samen met een witte wijn, en in het bijzonder een witte Sauvignon uit de streek. Wanneer hij rijper is, is hij heerlijk met een rode wijn, of bij de borrel met een Pineau des Charentes.