Gelegen aan de rand van Wenen, Nouâtre bestond al in de Gallo - Romeinse tijd als de Nogastrum. Stap op het pad dat ging van Spanje naar België, via Poitiers en Tours, de oude stad had een haven en een doorwaadbare plaats, een tempel, een necropolis van aardewerk workshops en vele gebouwen. Kasteel Nouâtre al in 925 genoemd, werd herbouwd door de graaf van Anjou Fulco Nerra vervolgens gerestaureerd in de 15e eeuw door Jean du Fou, lord Montbazon, Sainte - Maure en Nouâtre, kamerheer van Lodewijk XI. Het was in deze tijd dat Nouâtre opgefleurd met 4 shows per jaar en een belangrijke bedevaart naar Saint Reverend, beroemd voor het genezen van de krankzinnige.