Metz, de prefectuursstad in de Moezel vallei, valt tegenwoordig onder de regio Grand Est. Op de samenloop gelegen aan de kruising van de rivieren Moezel en Seille heeft de stad zich eerst geïnstalleerd op de heuvels van Sainte-Croix en de Citadel, alvorens zijn uitbreiding voort te zetten op de kleine eilandjes in de Moezel, tegenwoordig verbonden door vele bruggetjes, waarvan enkele nog uit de middeleeuwen dateren.
Metz is centraal gelegen ten opzichte van de belangrijke Europese steden. Heeft een belangrijk historisch-, cultureel- en religieus erfgoed, van de oudheid tot de 21ste eeuw, in verschillende wijken, elk met een eigen identiteit.
De Sainte-Croix heuvel is het historische hart van de stad. Alles ademt hier de middeleeuwen met zijn met stenen geplaveide straatjes, stadspaleizen en iconische monumenten: het klooster Cloître des Récollets, Sainte-Ségolène kerk en kerk des Trinitaires.
In de middeleeuwse wijk Outre-Seille bevindt zich de Porte des Allemands, een vesting die over de Seille gaat, en waarvan de stadsmuren tegenwoordig een wandelpad is; de middeleeuwse Saint-Eucaire kerk, en de Saint-Maximin kerk, waarvan de glas-in-loodramen van de hand van Jean Cocteau zijn.
De elegante Eilandenbuurt (quartier des îles) is kenmerkend voor de 18de eeuw met zijn operatheater, de oudste in Frankrijk die nog in gebruik is, de Saint-Clément abdij, zetel van de Regionale Raad Grand Est, de Saint-Vincent kerk en de vele klassieke bruggen.
In de citadel wijk staat het gerechtsgebouw, de voormalige Koninklijke Heilige Arnulf abdij (abbaye royale de Saint-Arnould), de kapel van de Templiers, gebouwd tussen 1180 en 1220, en de Saint-Pierre-aux-Nonnains kerk, één van de oudste in Frankrijk.
Het hart van de stad bezit grote gerenoveerde pleinen, waaronder het middeleeuwse Saint-Louis plein, voormalig "Place du Change" ((Handelsplein), met Italiaanse invloeden, en het plein place d'Armes, waar zich het Saint-Étienne kathedraal bevindt, één van de hoogste gotische kathedralen in Europa, gebouwd van de 13de tot 16de eeuw. Door het enorme oppervlak aan glas-in-loodramen wordt deze ook wel "Lantaarn van onze lieve heer" genoemd.
Op steenworp afstand van de kathedraal moet u absoluut naar het Museum voor Kunst en Geschiedenis (musée de Metz Métropole La Cour d'Or), voor zijn Gallo-Romeinse en middeleeuwse collecties, en zijn collecties Beeldende Kunst, op een oppervlak van meer dan 6 000 m².
Ook in de buurt: het Arsenaal, voormalig militair arsenaal onder Napoleon III; een auditorium geworden na de verbouwing door architect Ricardo Bofill.
Modern Metz laat zich zien in de wijken Amphithéâtre en het park la Seille, met Centre Pompidou-Metz, waar sinds 2010 het beste van het moderne- en eigentijdse kunst wordt ondergebracht, en ook het gebied van de voormalige middeleeuwse stadsmuren, het SNCF-treinstation tot Montigny-lès-Metz.
Met zijn 580 hectares aan groenvoorzieningen voor recreatie en wandelingen is Metz een groen stad. En kan het beste lopend bezichtigd kan worden, om optimaal te kunnen profiteren van de verschillende sferen, de vele grachten, en zijn gastronomie!
De mirabel, quiche Lorraine, Lotharingse stamppot (potée), pâté lorrain (krokante bladerdeeg, gevuld met gemarineerd varkensvlees) en Moezel-wijnen zijn de trots van het gastronomisch erfgoed, en in de meeste restaurants op de kaart te vinden.
De liefhebbers kunnen het huis van de Franse schrijver en dichter Verlaine bezoeken, geboren in de stad, rue Haute-Pierre.
Metz beschikt tevens over een watersportcentrum, en een plezierjachthaven met keurmerk " Pavillon Bleu ".