Een van de eerste vermeldingen van Santes is die van 1185, het jaar waarin de Sint-Pieterskerk door de bisschop van Doornik aan de Sint-Pieterskerk in Lille werd geschonken.
In de middeleeuwen tekenden de heren van de familie Lannoy, meesters van het dorp, de geschiedenis van de stad. Hun wapen werd dat van de gemeente.
Rond de kerk ontwikkelde zich in de loop van de tijd een landbouwactiviteit. In de 19e eeuw onderging het dorp belangrijke veranderingen, vooral met de komst van de spoorlijn en de installatie van twee industrieën (de suikerraffinaderij en de Wallaert-wasserij), waardoor de stad een rijk architectonisch erfgoed heeft dat nog steeds zichtbaar is, vooral in de Marais-sector.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het dorp vier jaar lang bezet. Veel bunkers werden gebouwd door de Duitsers. Veel overblijfselen zijn nog steeds zichtbaar, met name de Chemin du Voitou. De sluiting van industrieën aan het einde van de 20e eeuw, de ontwikkeling van de haven van Santes vanaf 1971 en de ontwikkeling van het Parc de la Deûle markeren een nieuwe transformatie voor de stad.
In 2017 telde INSEE 5.724 inwoners op een oppervlakte van 757 hectare, verdeeld over woningen (25%), economische activiteit (15%) en landbouw en natuur (60%). Santes ligt in het centrum van Parc de la Deûle, een uitgestrekt natuurlijk groen grootstedelijk gebied. De nabijheid van Lille en de "stad op het platteland" maken het tot een zeer populaire stad.