Klein pittoresk dorpje in de Gard, Saint-André-de-Majencoules, ligt in het hart van de Cevennen, in een uitzonderlijke natuurlijke omgeving. Deze landelijke gemeente met drie natuurgebieden van ecologisch, fauna- en florabelang, vindt plaats in het stroomgebied van Vigan, niet ver van Mandagout, Saint-Julien-de-la Nef en Roquedur.
De heuvel die zijn naam ontleent aan het Latijnse Majorès collès, wat grote heuvels betekent, ontwikkelde zich voornamelijk in de 12e eeuw met de bouw van een priorij door benedictijnse monniken. De stad Saint-André-de-Majencoules, al lang bekend om de teelt van zoete uien, nu AOC, en pepijnappels, was ooit een belangrijke plaats voor de zijdeproductie.
Een rijk architectonisch erfgoed getuigt van deze mooie tijden.