Rieulay is een mijnstadje voorstedelijke gebieden onder invloed van de industriële sector Somain-Pecquencourt maar is ook een landelijke gemeente in het dal van de Scarpe haar grens met de mijnstreek.
Het dorp opent naar een kenmerk van de natte vallei landbouw en natuurlijke omgeving die als een gebied van flora en fauna ecologisch belang, verantwoording van zijn lidmaatschap van het Regionaal Natuurpark Scarpe Escaut Marchiennes.
Deze stad heeft ook op zijn grondgebied de grootste platte hoop van Nord-Pas-de-Calais met 140 ha.
Plek Rieulay bestond al lang voor het jaar 800 door middel van een Gallo-Romeinse villa. Aan het einde van de 12de eeuw, de Chevalier Pierre Douay werd de bezitter. Hij bouwde in 1215 een kasteel en een kapel in 1217.
In 1712, tijdens de Slag van Denain, de Oostenrijkers hadden hun kamp aan de rand van Rieulay opgericht en opgeslagen voorraden en munitie langs de Scarpe.
Tijdens de revolutionaire periode, de bevolking van Rieulay was kalm, de kapel werd gespaard en werd een parochiekerk in het Concordaat van 1804.
Tenslotte, tijdens de twee wereldoorlogen, Rieulay leed invasies en Duitse bezettingen. Het werd vrijgegeven 19 oktober 1918 door Engels troepen en 2 september 1944 door Amerikaanse troepen.