Het museum voor Beeldende Kunst van Nancy (musée des Beaux-Arts de Nancy), opgericht in 1793, is ondergebracht in een van de vier grote paviljoenen rond het plein place Stanislas, op de UNESCO werelderfgoedlijst. Om precies te zijn in het voormalige dokterscollege (collège de médecine), en op de overblijfselen van de voormalige vestingen van de Lotharingse hoofdstad, zichtbaar vanuit de kelder.
De eerste collecties zijn in beslag genomen goederen van de geestelijken tijdens de Revolutie. Onder Napoléon krijgt het museum belangrijke werken uit nationale collecties (Pérugin, Rubens, Philippe de Champaigne…), maar ook belangrijke donaties van schilderijen en beelden tijdens de gehele 19de eeuw.
Een belangrijk legaat uit 1965 vormt de basis van de moderne collectie, met onder andere werken van Bonnard en Modigliani, maar ook een collectie rond de werken van Jean Prouvé, meubels en architectonische elementen, gestart in 2009 en nog altijd in aanbouw.
De moeite waard: het fonds Daum, bestaand uit ongeveer 300 glasstukken, en grafische werken uit het Verre Oosten ondergebracht in de collectie Cartier-Bresson.
