De abdij Notre-Dame bevindt zich in de stad Autrey, in de Vogezen, 8 km ten zuidoosten van Rambervillers.
Het werd in 1149 gesticht door kardinaal Etienne de Bar, bisschop van Metz, die de kasselrij van Rambervillers bekleedde, bij zijn terugkeer van de tweede kruistocht. Het klooster werd vervolgens toevertrouwd aan de kanunniken van Sint-Augustinus.
De abdij maakt een snelle groei door, met name dankzij de relikwieën van Sint-Hubertus die ze bewaart en die pelgrims aantrekt.
De turbulente geschiedenis van de regio blijft echter niet zonder gevolgen voor de abdij, die in de 16e eeuw werd gerestaureerd na de oorlogen van Karel de Stoute. De kerk werd zo herbouwd in gotische maar ook in renaissancestijl, zoals blijkt uit de kapel gewijd aan Saint-Hubert, ongetwijfeld de parel van de renaissance in de Vogezen...
Wat de kloostergebouwen betreft, na de oorlogen van de 17e eeuw tussen Frankrijk en het rijk, ze werden herbouwd in de 18e eeuw. Overgegaan in de schoot van de congregatie van Notre-Sauveur, raakte de abdij echter in verval en de Revolutie voltooide dit eerste hoofdstuk van haar geschiedenis. In beslag genomen, verkocht, wordt het een draadtrekfabriek en de arbeiders wonen in het klooster. De kerk verliest haar romaanse klokkentoren.
In 1856 kreeg de site zijn religieuze roeping terug en werd er een seminarie van het bisdom Saint-Dié gevestigd. Na de wet van 1905 huisvestte de oude abdij echter een hospitium dat tijdens de Eerste Wereldoorlog een militair hospitaal werd.
In 1931 hervatte het complex zijn functie als seminarie.
Vandaag behoort de site nog steeds tot het bisdom en wordt beheerd door een vereniging.
Naast spirituele retraites organiseert de abdij culturele evenementen, tentoonstellingen, concerten, biedt ze rondleidingen aan, beschikt ze over gastenkamers en kan ze ook gehuurd worden voor recepties of professionele seminaries.
Architectonisch zijn de kerk (16de eeuw), de kloostergebouwen (waar romaanse arcades werden blootgelegd en versterkt) en de abtswoning opgenomen in de inventaris. Daarnaast herbergt de abdij een aantal werken en meubels die geclassificeerd zijn als objecten (beelden, schilderijen).
Wat het exterieur betreft, heeft het park van 4 hectare het label Opmerkelijke Tuin: u ontdekt er een prachtig aangelegde botanische schat met 2.500 soorten (hortensia's, rododendrons, oude rozen, blauweregen, enz.). Daar wordt een kwekerij gekweekt met 550 soorten oude rozen, zure grondplanten, bomen, heesters. Een ruimte in de vorm van een Engelse tuin maakt het geheel compleet. Tuin open voor bezoekers van april tot november, elke dag behalve dinsdag. Prijs: 4 tot 6 euro. Op afspraak voor de gebouwen of tijdens kantoren en culturele evenementen. Informatie op +33 3 29 65 89 39.
